maandag 10 februari 2020

Vijfde zondag in het jaar (A)

Eerste lezing: Uit de profeet Jesaja, 58, 7-10.
Tweede lezing: Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte, 2, 1-5.
Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs, 5, 13-16.

5e Zondag ( A )

Afgelopen Zondag zijn we wat dieper ingegaan op de woorden van Simeon in de tempel, toen hij het Kind Jezus in zijn armen nam en zei:” Dit Kind zal een Licht zijn voor de volkeren ” en op het Woord van Jezus: “Ik ben het licht der wereld”,  alsook : ”Jullie moeten het licht der wereld zijn”. Van ons, zijn navolgers, wordt verwacht dat wij, geïnspireerd door zijn leven en zijn woorden, een lichtbaken zijn voor de mensen om ons heen door onze manier van denken en handelen.
Vandaag zullen we wat dieper ingaan op Jezus’ woorden in het Evangelie: ”Jullie zijn het zout van de aarde”.
Wanneer vlees wat langer bewaard wordt, dan wordt dit flink gezouten om het niet te laten bederven.
Zout geeft bovendien smaak aan onze maaltijden. Degenen die om een of andere reden een zoutloos dieet moeten gebruiken, weten maar al te goed, hoe moeilijk het in het begin is om daaraan te wennen. En ook al zeggen velen: ”Och je went er wel aan”, toch denk ik dat de meesten, wanneer de dokter zou zeggen: ”u mag weer zout gaan gebruiken”, ze weer heel gauw naar het zoutvaatje zullen grijpen want zou maakt het eten toch wat smakelijker.

Aan mensen die een lage bloeddruk hebben, wordt integendeel nog al eens aangeraden om regelmatig een beetje zout in te nemen om de bloeddruk wat op te krikken. Zout kan ook stuwing en kracht aan het menselijk lichaam geven.

Als navolgers van Jezus krijgen we de taak om ervoor te zorgen dat het leven in de wereld, in de maatschappij niet bederft. Er is veel moreel bederf in onze wereld. We hoeven maar om ons heen te kijken om te zien hoe vele waarden van het leven gevaar lopen: eerlijkheid is dikwijls ver te zoeken: hoe dikwijls horen we niet dat mensen van coöperaties of andere instellingen, de verleiding niet kunnen weerstaan en geld dat voor de gemeenschap bedoeld is, in hun eigen zak steken. En dat tot in de hoogste regionen toe. We zien en horen dat verschillende Banken die de hoofdoorzaak waren van de financiële en economische crisis 10 jaar geleden, niets geleerd lijken te hebben en opnieuw hun risicovolle praktijken weer hebben opgepakt en zich niet bekommeren of dat in de toekomst niet opnieuw een crisis kan veroorzaken. Maar ook in het klein komen we nog al eens mensen tegen die het niet zo nauw nemen met eerlijkheid: gelden die ze voor de gemeenschap beheren, gebruiken ze voor hun eigen voordeel. Geld is als vuur in onze handen”, zegt een bekend gezegde. Je hebt een open en eerlijke geest nodig alsook een sterke geest om te kunnen weerstaan aan de verleiding om dat niet voor je eigen gewin te gebruiken. Hopelijk zijn wij in dit opzicht een lichtend voorbeeld voor de anderen en een getuigenis van transparantie en eerlijkheid voor de maatschappij en in die zin : “Zout van de aarde”.                                                                                                    

Maar ditzelfde geldt voor vele andere waarden in het dagelijkse leven die verloren dreigen te gaan zoals respect voor de andere personen: hoeveel discriminatie van bevolkingsgroepen komen we niet tegen, bijvoorbeeld van Moslims of dé buitenlanders, vluchtelingen, migranten, homo’s of transgenders.                                                                                                               
Of neem de waarheid in een wereld waar het z. g. n. “fakenieuws” dikwijls de overhand dreigt te krijgen. Het cynische woord van Pilatus :”Wat is waarheid?” wordt tegenwoordig door veel mensen herhaald, in het bijzonder door politici die het niet zo nauw nemen met de waarheid en die verdraaien wanneer dat in hun straatje te pas komt. Dat z. g. n. fakenieuws heeft al voor veel onrust en verdeeldheid onder de mensen gezorgd.           
                                                                   
Of de rechtvaardigheid: de kloof tussen arm en rijk wordt ook in Nederland steeds groter, hoewel het de meeste Nederlanders goed tot zeer goed gaat. Het is onze taak om daar tegen te protesteren en iets te doen en in die zin zout der aarde te zijn en ons er niet gemakzuchtig vanaf maken met: ”Wat kan ik daar nu tegen doen?”. Wanneer ieder van ons op zijn plaats of werk voor een rechtvaardiger maatschappij strijdt, kan dat van grote invloed zijn op het geheel.

Zout geeft smaak aan het eten. Het christelijk leven moet smaak geven aan het dagelijkse leven van de mensen. Sommige mensen denken dat een christelijk leven betekent : zoveel mogelijk naar de kerk gaan, zoveel mogelijk bidden, altijd een serieus gezicht opzetten en je niet bezig houden met wereldse dingen zoals feestvieren en gezellig met elkaar samenzijn of uitgaan. Ik zou zeggen : het tegendeel. Hopelijk hebben de mensen het graag met ons te doen, omdat we van gezelligheid houden, het gezellig weten te maken in huis maar ook daarbuiten, mensen die een aangename sfeer weten te scheppen om hen heen. Want dat kan een teken zijn van de zorg om voor anderen het leven aangenaam te maken. Hopelijk zeggen de mensen van ons, christenen: “Wat een fijne mensen zijn dat; het is een plezier om met hen om te gaan”. Ook bij feesten en bijzondere gelegenheden kunnen we dat waar maken. Hoeveel afspraken of herstel van relaties gebeuren juist niet door iemand voor een etentje uit te nodigen? En horen we in het Evangelie niet dat Jezus verschillende keren deelnaam aan maaltijden waarbij Hij uitgenodigd was en Hij die gelegenheden benutte om de mensen te vertellen over wat hem bezielde?              
                                                                                                   
We horen Jezus verschillende keren zeggen: Zout en Licht voor de mensen of voor de wereld zijn. Gedoopt zijn, christen zijn betekent niet alleen voor jezelf een goed en deugdzaam leven leiden. Nee, we hebben de taak gekregen iets voor de wereld te betekenen. Niet voor niets voegt Hij achter de woorden over het zout, onmiddellijk de woorden toe: ”Jullie zijn het licht van de wereld… Jullie licht moet schijnen voor de mensen opdat zij jullie goede daden zien en jullie Vader verheerlijken die in de hemel is..”.
Op dit moment bestaat het gevaar dat de kerk, dat de parochie zich in zichzelf opsluit. We zien nog al eens dat mensen die nog wel praktiserend blijven, zich tevreden stellen met fijn bij elkaar samen komen en/of een mooie en goed verzorgde Liturgie op zondagen met mooie teksten en mooie gezangen of koren te hebben. Daar is niets op tegen… integendeel! Maar we moeten niet denken dat dit voldoende is. Immers, dit kan in een soort “navelstaren” ontaarden: alleen maar met je zelf of je eigen gemeenschap bezig zijn. Dat is te begrijpen in een tijd waarin steeds minder mensen naar de kerk gaan en steeds minder mensen belangstelling lijken te hebben voor kerk en Evangelie. Maar in het Evangelie horen we heel dikwijls dat we op de een of andere manier iets voor de wereld moeten betekenen en dat we allemaal de taak hebben om zo te leven en te werken dat door ons de maatschappij beter wordt en meer in overeenstemming zoals God die wereld heeft bedoeld.

Het laatste Vaticaans Concilie heeft hier al over gesproken wanneer ze in een document zegt: “De Kerk moet het Licht van de wereld zijn”. En Paus Franciscus herhaalt voortdurend dat de wereld als een groot veldhospitaal is waar vele mensen ziek zijn en voor wie wij de taak hebben om manieren te zoeken die hen kunnen genezen van hun teleurstelling, hun wanhoop, wellicht hun woede voor wat hen is aangedaan of wat ze meegemaakt hebben en hen bijstand bieden in hun zoektocht naar geluk. Hij spreekt voortdurend over een missionaire kerk en - parochie. Een parochiegemeenschap mag zich niet tevreden stellen met een goede liturgieverzorging maar moet middelen blijven zoeken om van betekenis te zijn voor het goed functioneren van de maatschappij en zich in het bijzonder inzetten voor de zwakkeren daarin. Een parochie bovendien waarin de barmhartigheid een sterk kenmerk is : barmhartig t.o.v. die mensen die wellicht niet helemaal de regels van diezelfde kerk volgen of dikwijls om een of andere reden niet kunnen volgen.  Open staan voor mensen die zeggen dat ze in niets geloven, een luisterend oor voor hen hebben, hun opvattingen serieus nemen. Maar ook een luisterend oor hebben voor mensen die je voor de zoveelste keer hun verhaal willen vertellen, een verhaal dat dikwijls vol zit met teleurstellingen, leed of opgekropte woede vanwege het een of ander dat ze meegemaakt hebben of hen aangedaan is.                                                                                                   

Wij, christenen hebben in de ene hand de Bijbel, de Hl. Schrift nodig en in de andere hand de televisie of de krant. We hebben het Woord van God nodig om ons te laten inspireren om de wereld beter te maken en bij te dragen aan een maatschappij die eerlijker, meer barmhartig en rechtvaardiger  is. Vandaar dat de Diaconie in verschillende vormen zo belangrijk is in een parochie gemeenschap.
Voortdurend moeten we ons de vraag stellen, zoals die zo mooi op de voorpagina van ons tekstboekje van vandaag wordt weergegeven : ”Zijn wij in de wereld zout en licht voor elkaar?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten