Internationale
Eucharistieviering ( 13- 09 – 2020)
Eerste lezing: Sir., 27, 30 -28, 7
Tweede lezing: Rom., 14, 7 - 9
Evangelie: Mt., 18, 21-35
Wie
had 30 jaar geleden zich kunnen indenken dat hier in de kerk, behalve uit
Nederland, mensen zouden zitten van verschillende landen van Afrika, Azië en
Zuid Amerika? Wie had 30 jaar geleden
zich kunnen indenken dat hier aan het altaar priesters zouden staan afkomstig
uit verschillende landen? Wie had 30 jaar geleden kunnen denken dat bijna de
helft van de bevolking van Hoofddorp een migratieachtergrond zou hebben? Enkele
mensen zijn daar niet gelukkig mee, protesteren daartegen en verlangen met een
zeker heimwee terug naar vroeger toen we nog allemaal hetzelfde waren. Dit is
echter een realiteit die we niet kunnen of mogen ontkennen: dat zal niet meer
veranderen. Integendeel terwijl nu zo’n 3.000.000 mensen in Nederland een
migratie achtergrond heeft, zal, als de ontwikkeling zo doorgaat, dit aantal tot
4 of 5 miljoen oplopen. Hoe gaan we daar als christenen, als navolgers van
Jezus mee om?
De
Stichter van de congregatie van de Missionarissen van het Goddelijk Woord, P.
Arnold Janssen, die 145 jaar geleden op 8 september deze congregatie stichtte
in Steyl, een dorpje in de provincie Limburg, dicht bij Venlo, heeft w. s. l.
ongedacht al rekening gehouden met deze ontwikkeling. Immers, in 1875 richtte
hij een Missiehuis op met het doel missionarissen voor te bereiden die later
naar China zouden gaan, naar de Philippijnen, Nieuw Guinea, Togo in Afrika ,
Brazilië en Argentinië. In dat missiehuis in Steyl, woonden vanaf het begin
paters en broeders van verschillende nationaliteiten en landen: Duitsland,
Nederland, Oostenrijk, Luxemburg, Polen en Noord Italië: voor die tijd heel
iets bijzonders. Veel mensen in Europa, waaronder ook enkele bisschoppen, vonden het maar
een vreemde zaak: terwijl er zoveel problemen in de kerk in Europa waren
waarvan men dacht dat die eerst opgelost moesten worden, begon p. Arnold
Janssen een Missiehuis in Steyl, niet om priesters op te leiden voor Europa als
wel missionarissen die in het buitenland zouden gaan werken. De toenmalige bisschop
van Roermond zei, nadat p. Arnold Janssen met hem gesproken had over de
stichting van zo’n Missiehuis :”Die man is een gek of een heilige”. Een bijna
profetische woord: in 1975 werd p. Arnold Janssen inderdaad heilig verklaard en
op die manier zijn gedurfd initiatief gelegitimeerd. Op
dit moment werken er zo’n 6.000 missionarissen van deze congregatie in 60 landen
in de wereld. De oorspronkelijke ideeën van P. Arnold Janssen zijn helemaal werkelijkheid
geworden.
Vroeger
dachten we dat Missie en Missionaris betekenden: naar verre landen gaan. Nu
zien we dat priesters, broeders en zusters vandaar hier naar Europa komen. Ook
hier in Hoofddorp hebben we nu een communiteit van 5 Missionarissen van het
Goddelijk Woord: twee uit India, een uit Indonesië, een uit de Filippijnen en
ondergetekende. Een ontwikkeling die we 30 jaar geleden absoluut niet voorzien hadden,
maar wel een ontwikkeling zoals Jezus die bedoeld had. Immers heeft Hij bij
zijn afscheid van deze wereld niet gezegd aan zijn volgelingen: ”Gaat over de
hele wereld en predikt het Evangelie aan alle volkeren”? Als navolgers van Jezus, als christenen, zijn
wij niet alleen geroepen om aan ons eigen zielenheil te denken als wel ons ook
te bekommeren dat de Blijde Boodschap van Jezus overal in de wereld verkondigd
wordt. We zijn een missionaire kerk. Vanuit die gedachte zijn vroeger vele
missionarissen uit West Europa naar Afrika, Azië en Zuid Amerika getrokken om
het Woord van God te verkondigen. Vanuit diezelfde gedachte komen nu
missionarissen vanuit die landen hier naar ons toe.
In
dit opzicht is het een goede zaak dat we vandaag met mensen afkomstig van
verschillende landen hier in de kerk samengekomen zijn. Dat is enerzijds om uit
te drukken dat we, van welke afkomst we ook zijn, allen samen navolgers van
Jezus, christenen, zijn, anderzijds dat we, ondanks onze verschillen, ons met
elkaar verbonden voelen als navolgers van Jezus. We zijn met vele verschillende gezichten maar we zijn één
van hart. Het is de moeite waard om
daar blij om te zijn, om dit samen te vieren. Van
de andere kant is het ook goed dat we hier samengekomen zijn om de kracht te
ontvangen om, ondanks onze culturele verschillen, met elkaar in harmonie te
leven. Want dit is niet altijd gemakkelijk. De onderlinge verschillen zijn soms
de oorzaak van spanningen tussen mensen van verschillende culturen. Dat is heel
begrijpelijk. Jammer genoeg gebeurt het nog al eens dat mensen van de ene
cultuur zich belangrijker, groter en intelligenter achten dan de mensen uit een
andere cultuur. Er is nogal wat rassendiscriminatie, ook al denken sommigen dat
ze daarvan gevrijwaard zijn. Juist degenen die zeggen dat zij daar niet aan
lijden, moeten zich eens goed in hun binnenste bezinnen of dat er niet vleugjes
van rassendiscriminatie in hen huizen. Kortgeleden
las ik een interview met iemand van 60 jaar wiens ouders van Suriname afkomstig
waren. Hijzelf was hier in Nederland geboren. Hij werkt al jaren als succesvol televisiepresentator.
Hij vertelde dat hij door de discriminatie die hij gedurende heel zijn leven
had meegemaakt, bepaalde negatieve karaktertrekken in zich had, die hij niet
meer uit kon wissen. Hij lijdt daar nog voortdurend onder tot op de dag van
vandaag, ondanks dat hij voor de televisie werkt en een goede maatschappelijke
positie heeft bereikt. Of laatst
vertelde me een donkere ziekenhuisverpleegster dat ze onenigheid had met een
collega zodanig dat die op een zeker moment boos tegen haar zei:” Waarom ga je
niet terug naar je geboorteland?”. En dat terwijl ze in de Bijlmermeer geboren
is!!
Vandaag
horen we in de Eerste Lezing en in het Evangelie dat we elkaar altijd moeten
vergeven. Dat er verschillen zijn, dat de cultuurverschillen soms tot
spanningen of rassendiscriminatie leidt, is heel menselijk, zou ik zeggen. Daar
houdt ook Jezus rekening mee. Daarom stelt Hij enkele stappen voor die je moet
doen, wanneer er verschillen of spanningen onder ons bestaan. Van
harte vergeven is een van de grondhoudingen die zijn volgelingen, de
christenen, moeten hebben. God vergeeft ons altijd hoe zwaar we ook in de fout
zijn gegaan. God is altijd barmhartig. Daarom, in zijn spoor, moeten ook wij
barmhartig voor elkaar zijn en elkaars fouten en tekortkomingen vergeven.
Maar
deze vergeving en barmhartigheid houden nog meer in: samenleven met mensen van
andere culturen betekent dat we elkaar niet alleen maar verdragen maar ook
respecteren, hoogachten en zelfs bereid zijn om van elkaar te leren. Hoe meer
we elkaar respecteren, hoogachten en bereid zijn van elkaar te leren, hoe beter
onze samenleving zal worden, hoe meer we een wereld om ons heen scheppen zoals
God die van ons wil. En
hoe rijker wij zelf ook zullen worden als menselijke persoon. Zelf
ben ik 40 jaar in Zuid Amerika als missionaris werkzaam geweest. Daar heb ik
heel veel van de mensen geleerd waar ik tot de dag van vandaag heel dankbaar
voor ben. De mensen daar hebben mij als persoon verrijkt. Ik voel dat ik door
hen meer mens geworden ben.
Dat
deze Viering van vandaag ons daarvan bewust moge maken en bij dit soms
moeilijke proces moge helpen. Dat deze Viering ons de kracht moge geven om ,
indien nodig, elkaar te vergeven wanneer we elkaar op de een of andere manier
pijn hebben gedaan en ons de kracht moge geven om steeds meer naar elkaar toe
te groeien tot één christengemeenschap, zoals Jezus dat bedoeld heeft. Amen.
Aan het begin van de Viering: Enkelen van u vragen zich, i.v.m. de corona regels wellicht
bezorgd af: “Is het wel goed dat daar vier priesters zo dicht bij elkaar
staan?”. Voor die mensen is het goed om te weten dat wij als één familie, als
één gemeenschap altijd met elkaar samenleven in de pastorie. En zoals
familieleden hier in de kerk bij elkaar zitten, zo doen wij dat ook hier aan
het altaar. Dit heeft ook
een symbolische betekenis: we willen u niet als individuele personen altijd ten
dienste staan als wel als gemeenschap van de Missionarissen van het Goddelijk
Woord.