Eerste lezing: Uit de profeet Jesaja, 8, 23b – 9, 3.Tweede lezing: Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte, 1, 10-13. 17.Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs, 4, 12-23.
We
kennen wellicht allemaal het verhaal van het Evangelie : de roeping van de
Apostelen door Jezus. Maar eigenlijk , op de keeper beschouwd, is het toch wel een
wonderlijk verhaal. Jezus ziet een stel vissers aan het werk, Hij roept ze om
Hem te volgen, ze laten onmiddellijk alles achter zich en volgen Hem, zonder
precies te weten waarvoor en waartoe Hij hen roept. Dat wordt hen pas later in
de loop van de jaren duidelijk. Ze hebben een lange weg moeten afleggen totdat
ze nu eigenlijk goed begrepen waar het uiteindelijk om ging. Wanneer ze alles
van te voren geweten hadden, zouden het misschien nooit aangedurfd hebben en er
wellicht nooit aan begonnen zijn.
Hoeveel
keer heeft Jezus hen niet gezegd: ”Begrijpen jullie mij nu nog niet, na zoveel
tijd?”. En soms wijst Hij hen terecht, bijvoorbeeld wanneer de leerlingen
praten over zijn Rijk en welke belangrijke taken zij daarin wel zouden krijgen
en Hij hen voor de zoveelste maal moest zeggen dat zijn Rijk geen werelds rijk
is met veel geld en roem.. maar dat het veel meer te maken heeft met dienstbaarheid
aan God en aan de mensen en dat dit niet altijd even gemakkelijk is en dikwijls
gepaard gaat met lijden.
Maar
is het te verwonderen dat zij zo lange tijd nodig hadden om alles te begrijpen
wat Jezus met hen voorhad? Het is nogal wat… : een leven niet gericht op geld
verdienen voor je familie of voor je zelf en je helemaal wijden aan het
dienstbaar zijn aan God en aan de mensen. Dat doe je niet zomaar, dat ligt niet
zomaar in je “dna”, dat gaat helemaal in tegen de manier waarmee de meeste mensen in hun leven bezig zijn.
Bovendien,
de apostelen waren eenvoudige mensen, zonder veel school, ruw volk zouden wij zeggen,
dat door vele mensen gemeden werd, omdat ze niet goed raad met hen wisten,
aangezien ze niet in het aanvaardbare maatschappelijke plaatje vielen en die ze
eigenlijk in de grond van de zaak verachtten, want , zo zeiden ze, ze kenden de
wet niet goed, leefden eigenlijk niet precies zoals je, volgens hun mening,
eigenlijk zou moeten leven. Bovendien deden ze soms dingen die in de ogen van
de z. g. n. vromen helemaal verkeerd waren.
Wanneer
je de namen van verschillende Apostelen leest en tot je laat doordringen wat er
van verschillende van hen gezegd wordt, dan krijg je ook niet een erg
rooskleurig beeld van hen: Petrus die een opvliegend karakter had, in zijn
goede momenten van alles beloofde, maar dat naderhand niet tot uitvoer bracht
en uiteindelijk Jezus zelfs zou verraden, omdat hij bang was met Hem
geïdentificeerd te worden en wellicht ook gevangen genomen zou worden.. Eigenlijk
heel laf dus..
Dan Matheus de tollenaar.. die dikwijls de mensen had opgelicht en veel
van het belastinggeld in zijn eigen zak gestoken had. Het was dus niet te
verwonderen dat de mensen niets met hem te maken wilden hebben en sommigen hem
zelfs haatten. Maar juist ook hij werd door Jezus geroepen. Of
die andere twee Apostelen, Johannes en Tadeüs die zichzelf zo belangrijk vonden,
dat ze om de eerst plaats vroegen, wanneer Jezus eenmaal zijn Rijk zou
gevestigd hebben… En Jezus hen moest zeggen dat diegenen de eerste plaats
zullen bezetten die dienstbaar aan de anderen weten te zijn..
En
dan tenslotte de tragische figuur van Judas. Degene die het geld moest beheren en ja we weten
het: wanneer je geld moet beheren, dan heb je een sterke geest van openheid,
eerlijkheid en zuiverheid van karakter nodig. Want geld is als vuur in je
handen waaraan je je gemakkelijk kunt branden. Het maakt de mens o zo
gemakkelijk gierig, hebzuchtig en oneerlijk. En Judas liet zich door dat geld
meeslepen en wel zodanig dat hij Jezus verried aan zijn tegenstanders..
Nee,
alles bij elkaar genomen : geen verheffend ( rooskleurig) beeld van de
Apostelen die door Jezus werden geroepen om zijn medewerkers te worden.. En toch:
ondanks dat, heeft Hij ze geroepen.
Een
reden zal zijn : er bestaan geen volmaakte mensen in de wereld… Of bent U er wel eens een tegengekomen?? Ik in
ieder geval niet… Van iedereen is wel wat negatiefs te zeggen: ”Die man: wel
een goede kerel, maar…”. En dan komt het wat tegen hem hebben.. of : “Zij is wel een aardige vrouw, maar…”. En
meestal springen die negatieve eigenschappen het eerst eruit, wanneer je niet oppast.
Jezus roept geen heiligen op om Hem na te volgen en Hem te helpen bij de
uitvoering van zijn taak. Nee , Hij roept de mensen op, zoals ze zijn, zoals
wij zijn…
Ja, want Hij roept ook ons op, zoals we zijn,
met onze fouten gebreken en tekortkomingen, met onze hebbelijkheden en
talenten, maar ook met onhebbelijkheden.. Hij heeft ons nodig, zoals we zijn. Daarom:
we hoeven niet pessimistisch te zijn of een soort minderwaardigheidsgevoelen te
hebben, omdat we niet zo goed zijn als we zouden moeten zijn of omdat we het
eigenlijk niet zo goed doen als dat we het eigenlijk zouden moeten doen.
Wel
verwacht Hij van ons dat we tenminste ons inspannen om steeds betere
instrumenten in zijn handen te worden. Wat Hij van ons vraagt is om eerlijk en oprecht dienstbaar aan Hem en aan
de mensen te zijn, om in de omgeving waar we zijn of wonen, zijn Boodschap van
barmhartigheid, liefde en vergeving uitdragen, door onze manier van praten maar
veel meer nog door onze manier van leven.
We
zien bij de Apostelen dat ze er in het begin niet veel van begrepen, maar dat
ze langzamerhand, in de loop van de jaren, steeds meer snapten waar het om ging
en dat ze steeds enthousiaster werden zodanig dat ze uiteindelijk enthousiaste
verkondigers werden van de Boodschap van Jezus. Ze zijn door een proces gegaan
dat soms niet gemakkelijk was en vol valkuilen.
Dat
is een proces dat op gelijksoortige manier ook bij ons kan plaats hebben. Wanneer
we ons eerlijk en oprecht inzetten om christen te zijn en Jezus na te volgen ,
Hem en onze medemensen dienstbaar te zijn, dan groeien we daar langzaamaan in.
Dat is net als met volwassen worden in ons leven: dat is een proces dat op verschillende
manieren gebeurt en door verschillende factoren wordt beïnvloed. Daar is tijd
voor nodig. Maar vooral volharding en eerlijkheid tegenover ons zelf .
Dit
wetend en erkennend kan ons wellicht ook meer verdraagzaam, tolerant maken
t.o.v. de mistoestanden die we soms binnen de kerk of parochiegemeenschap tegenkomen,
of fouten of tekortkomingen bij haar bedienaren of bij de mensen met wie we
samenwerken. Zoals Jezus geen volmaakte mensen uitzocht om Hem na te volgen en
Hem bij de uitvoering van zijn taak te helpen, zo zullen we ook in onze eigen
kerk/parochie of in onze maatschappij, ook geen volmaakte mensen tegenkomen als
wel mensen van goede wil die echter ook hun fouten en tekortkomingen hebben en hun
schaduwzijden. In de mate dat we eerlijk onze eigen fouten en tekortkomingen
kennen en weten te aanvaarden, zal het gemakkelijker zijn om die van anderen
weten te accepteren en ermee weten te leven.
In
ons Doopsel maar eigenlijk telkens opnieuw in ons leven, worden we als
christenen door Jezus geroepen om Hem na te volgen, zoals de Apostelen, zoals
wij zijn met onze talenten en goede wil, maar ook met onze klein
menselijkheden, met onze schaduwkanten, met onze fouten en tekortkomingen.
Bidden we tot de Geest dat we
daardoor niet ontmoedigd worden maar, ondanks dat, Hem en de mensen ten dienste
staan. Alsook dat we de kracht krijgen om elkaar te aanvaarden en te waarderen
zoals we zijn, onze fouten en tekortkomingen incluis, en samen er ons voor inzetten om ieder onze
roeping in ons leven waar te maken en samen te werken voor een betere
maatschappij zoals God die graag ziet. Amen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten