Hebreeën
4,14-16 Evangelie volgens Marcus 10,42-45
Wie wil
eigenlijk niet "de grootste" zijn?
Als een
student op de basisschool stond ik ook vroeger bij een paar van mijn klasgenoten
om te zien wie het grootste was. Tot mijn grote teleurstelling heb ik het nooit
gered.
Maar
hoeveel hebben wij al gehoord van een vriend of vriendin, of iemand - die woorden
van vergelijking tussen dit en dat; dat hij of zij meer verdiend dan hem of haar, of
hij/zij een grotere auto heeft, of zijn/haar kleren veel duurder zijn en zijn/haar
huis is groter of mooier!.. of bij een sport evenement, ons team is beter en
groter, of dit of dat land is veel groter, rijker, mooier dan andere landen.
Het is een eindeloze strijd om te bewijzen wie de grootste is. Het wordt zelfs de
reden voor twee wereldoorlogen. Het verlangen om de grootste te
zijn, en om het te bewijzen.
Wat
betekent eigenlijk grootheid? Wie is het grootste in de ogen van God? Het wordt
weer de vraag voor ons allen vandaag. Zelfs tussen de apostelen, deze keer de
zonen van Zebedeus zien wij vandaag deze menselijk verlangen.
De grote
Russische romanschrijver Leo Tolstoi schreef een sprekend verhaal in verband
met dit reflectiepunt.
Drie
vrouwen gingen water halen bij de bron. Een oude man hoorde hoe die vrouwen om
beurt hun zonen loofden. "Mijn zoon," zei de eerste, "overtreft
alle andere kinderen van het dorp in behendigheid." "Mijn zoon,"
zei de tweede, "heeft een stem als een nachtegaal. Als hij zingt valt
alles stil en iedereen luistert naar hem." De derde vrouw zweeg.
"Waarom zeg jij niets over jouw zoon?" vroegen de anderen. "Ik
zou niet weten waarin ik hem bijzonder zou kunnen loven. Hij is een heel gewone
jongen, hij heeft niets bijzonders, maar ik hoop dat hij goed zijn man zal
kunnen zijn." - De vrouwen namen hun emmers in de hand en gingen naar
huis. De oude man volgde hen. Hij zag hoe zwaar die emmers waren en het
verwonderde hem dan ook niet dat ze na enige tijd hun last weer op de grond
zetten. De drie zonen kwamen hen tegemoet. De eerste duikelde drie keer kopje
over en stond dan weer met zijn beide benen op de grond. "Wat een handige
jongen," riepen de vrouwen. De tweede stemde een lied aan en de vrouwen
luisterden met tranen in hun ogen. De derde ging naar zijn moeder en zwijgend
droeg hij de zware emmers naar huis. De vrouwen vroegen aan de oude man:
"wat zeg je van onze zonen?" "Uw zonen...," zei de man
verwonderd, "ik zag maar één zoon. Alleen de jongen die zijn moeder hielp,
heeft zich als zoon gedragen".
Vandaag in
onze evangelielezing heeft de Heer gezegd "Wie van u groot wil zijn, moet de
dienaar van allen zijn." In andere woorden De grootheid van iemand
openbaart zich volgens Jezus in het dienen. Daaraan in het verhaal van Tolstoi
had de oude man de ware zoon herkend.
Daaraan zal
men ook een ware christen gaan erkennen. Daaraan zal men ook de Kerk van Jezus
herkennen. Want een Kerk die niet dient, betekent ook niets.
De eerste
lezing uit Jesaja vandaag spreekt ook over het leidende dienaar als de bron van
rechtvaardiging voor de mensen. wie is het grootste in het rijk Gods? Wie wil
groot zijn? Moet een dienaar van de ander zijn.
Zusters en
broeders, mogen wij ook als kinderen van God
in de geest van het voorbeeld van Jezus leven, een dienaar worden met
onzelfzuchtige liefde en toewijding. Dat wij erkend mogen worden in de
grootheid van ons vertrouwen en
dienstbaarheid zoals onze heer Jezus Christus.
Amen
Kees van Lent, vandaag
vieren wij ook deze viering als een teken van dankbaarheid. Wij hopen en bieden
dat je bij ons nog veel jaren kan zijn als een herder een dienaar van Gods
liefde. - afgelopen
donderdag leerde ik ook weer iets van Kees die precies past bij zijn 70 jaar
feest --- een tekst uit Psalm (90:10)
9
|
Ja, in uw verbolgenheid wenden zich al
onze dagen,
ons vergaan onze jaren als een zucht. |
|
10
|
De dagen onzer jaren, daarin gaan
zeventig jaar,
tachtig jaar als we sterk zijn |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten