Lezingen
Uit het boek Wijsheid (Wijsh. 2, 12. 17-20)
Uit de brief van de heilige apostel Jakobus (Jak. 3, 16- 4, 3)
Uit het Evangelie volgens Lucas( Lc. 19, 38)
Uit het boek Wijsheid (Wijsh. 2, 12. 17-20)
Uit de brief van de heilige apostel Jakobus (Jak. 3, 16- 4, 3)
Uit het Evangelie volgens Lucas( Lc. 19, 38)
De meeste ruzies en spanningen in wereld, de moordpartijen en oorlogen
worden geboren uit de onbeheerste drift om de eerste te zijn om meer en meer te
hebben, deze
egoïstische mentaliteit is gewoon een spiegel van de individualisme om ons heen. Wij lezen vandaag uit Marcus en ook
Jakobus bericht daarover. Jakobus graaft hier zeer diep in onze ziel. Hij stelt
de vraag waar ruzies en vechtpartijen vandaan komen? Zijn antwoord is heel
formeel: ‘Gij begeert dingen die gij niet kunt krijgen.' De mens doet domme
dingen omdat hij verlangt wat hij niet krijgen kan. En Jakobus voegt eraan toe:
‘Gij hebt niets omdat gij niet bidt.' Daar heb je het weer. De mens doet
gevaarlijk gekke dingen, omdat hij geen gezag verleent aan het gezegde van een
ander, van de Andere.
Dit verlangen om meer, een stuk van dit en dat te hebben spreekt wel ons
allen aan. Ik denk dat het heel menselijk is om iets te willen, om iets te
hebben. dit was ook zelfs de vraag tussen de apostelen van Jezus. Toen zonder
begrip te hebben van wat het eigenlijk betekent om nummer een of het grootste
te zijn.
Laat mij uw nu een verhaal vertellen:
Er was eens een man die alle mogelijke vormen van rijkdom kende. Hij leefde
een zeer confortabel leven, maar hij verveelde zich. Hij ging naar een wijze
meester en vroeg hem: 'waar vind ik geluk?'.
De meester zei: 'als je mij vertrouwt, breng dan vanavond al je bezittingen
naar mij toe en ik zal je laten zien hoe je gelukkig wordt.' En zo gebeurde het:
de man verkocht al zijn bezittingen voor diamanten, deed die in een zak en kwam
daarmee naar de meester.
Vol verwachting toonde hij zijn bezit... De meester dacht geen seconde na,
griste de zak uit zijn handen en verdween. De man, die in zijn leven nog nooit
had gerend, kon de meester niet achtervolgen en bleef alleen achter. Huilend.
Op het moment dat hij echt ten einde raad was, stond de meester opeens weer
met de zak voor zijn neus. De man, die nu tranen van vreugde huilde, kreeg
terug wat hem die ochtend nog verveelde. 'En?' zei de meester. 'Ben
je nu gelukkig?'
Zusters en Broeders, wat maakt jou nu gelukkig? Het is wel een eenvoudige
vraag maar toch een toch waar wij mee kunnen reflecteren. In de woorden van
Jezus vandaag klinkt het wel dat wij niet eigenlijk geroepen zijn om te
overheersen en meer hebben, maar om dienstbaar te zijn voor elkaar.
De Heer heeft natuurlijk niks tegen bezittingen en ook belangrijke
posities. Nee, maar hij is wel tegen de neiging om eigendom te worden van wat we eigenlijk
bezitten
De uitdaging, de ander een voorrang te geven en niet zichzelf. Moeilijk he?
Maar dit is echt in tegenstelling met onze huidige individualistisch concept
van de wereld. In andere worden zijn wij
niet geboren om overheersende keizers te zijn maar als bruggenbouwers.
Hetzelfde staat met evenveel woorden bij Marcus. De leerlingen discussiëren
over de vraag wie de grootste is. Daarop geeft Jezus een plechtig antwoord: je
zou beter de laatste zijn en dienaar van allen. Daarop zette Hij het kind in
het midden als een voorbeeld voor ons allen.
Hier wordt het kind in het midden geplaatst omdat het kwetsbaar is en
klein. Wie aan het spontaan verworpene echter de ereplaats geeft, vecht niet
meer om de eerste te zijn. Het zwakste gaat ons dan voor. Het kind zal onze
voorganger zijn. Wie dit aanvaardt, staat in Gods buurt. Wie dan nog vecht voor
de verkeerde dingen in de wereld, staat heel ver van het Rijk Gods.
Zusters en broeders, mogen wij ook de geest van een kind in ons leven
hebben, om meer waardering te hebben voor wat er is en niet voor wat moest nog.
Wie altijd open en dankbaar is voor elke zegening dat komt uit Gods genade.
Amen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten