maandag 24 september 2018

Preek van zondag 23 september 2018 - "Wie een van zulke kinderen opneemt, neemt mij op"


Lezingen
Uit het boek Wijsheid (Wijsh. 2, 12. 17-20)

Uit de brief van de heilige apostel Jakobus (Jak. 3, 16- 4, 3)
Uit het Evangelie volgens Lucas( Lc. 19, 38)



De meeste ruzies en spanningen in wereld, de moordpartijen en oorlogen worden geboren uit de onbeheerste drift om de eerste te zijn om meer en meer te hebben, deze egoïstische mentaliteit is gewoon een spiegel van de individualisme om ons heen. Wij lezen vandaag uit Marcus en ook Jakobus bericht daarover. Jakobus graaft hier zeer diep in onze ziel. Hij stelt de vraag waar ruzies en vechtpartijen vandaan komen? Zijn antwoord is heel formeel: ‘Gij begeert dingen die gij niet kunt krijgen.' De mens doet domme dingen omdat hij verlangt wat hij niet krijgen kan. En Jakobus voegt eraan toe: ‘Gij hebt niets omdat gij niet bidt.' Daar heb je het weer. De mens doet gevaarlijk gekke dingen, omdat hij geen gezag verleent aan het gezegde van een ander, van de Andere.

Dit verlangen om meer, een stuk van dit en dat te hebben spreekt wel ons allen aan. Ik denk dat het heel menselijk is om iets te willen, om iets te hebben. dit was ook zelfs de vraag tussen de apostelen van Jezus. Toen zonder begrip te hebben van wat het eigenlijk betekent om nummer een of het grootste te zijn.     

Laat mij uw nu een verhaal vertellen:
Er was eens een man die alle mogelijke vormen van rijkdom kende. Hij leefde een zeer confortabel leven, maar hij verveelde zich. Hij ging naar een wijze meester en vroeg hem: 'waar vind ik geluk?'.

De meester zei: 'als je mij vertrouwt, breng dan vanavond al je bezittingen naar mij toe en ik zal je laten zien hoe je gelukkig wordt.' En zo gebeurde het: de man verkocht al zijn bezittingen voor diamanten, deed die in een zak en kwam daarmee naar de meester.

Vol verwachting toonde hij zijn bezit... De meester dacht geen seconde na, griste de zak uit zijn handen en verdween. De man, die in zijn leven nog nooit had gerend, kon de meester niet achtervolgen en bleef alleen achter. Huilend.

Op het moment dat hij echt ten einde raad was, stond de meester opeens weer met de zak voor zijn neus. De man, die nu tranen van vreugde huilde, kreeg terug wat hem die ochtend nog verveelde. 'En?' zei de meester. 'Ben je nu gelukkig?'

Zusters en Broeders, wat maakt jou nu gelukkig? Het is wel een eenvoudige vraag maar toch een toch waar wij mee kunnen reflecteren. In de woorden van Jezus vandaag klinkt het wel dat wij niet eigenlijk geroepen zijn om te overheersen en meer hebben, maar om dienstbaar te zijn voor elkaar.

De Heer heeft natuurlijk niks tegen bezittingen en ook belangrijke posities. Nee, maar hij is wel tegen de neiging om eigendom te worden van wat we eigenlijk bezitten     

De uitdaging, de ander een voorrang te geven en niet zichzelf. Moeilijk he? Maar dit is echt in tegenstelling met onze huidige individualistisch concept van de wereld.  In andere worden zijn wij niet geboren om overheersende keizers te zijn maar als bruggenbouwers. Hetzelfde staat met evenveel woorden bij Marcus. De leerlingen discussiëren over de vraag wie de grootste is. Daarop geeft Jezus een plechtig antwoord: je zou beter de laatste zijn en dienaar van allen. Daarop zette Hij het kind in het midden als een voorbeeld voor ons allen.

Hier wordt het kind in het midden geplaatst omdat het kwetsbaar is en klein. Wie aan het spontaan verworpene echter de ereplaats geeft, vecht niet meer om de eerste te zijn. Het zwakste gaat ons dan voor. Het kind zal onze voorganger zijn. Wie dit aanvaardt, staat in Gods buurt. Wie dan nog vecht voor de verkeerde dingen in de wereld, staat heel ver van het Rijk Gods.

Zusters en broeders, mogen wij ook de geest van een kind in ons leven hebben, om meer waardering te hebben voor wat er is en niet voor wat moest nog. Wie altijd open en dankbaar is voor elke zegening dat komt uit Gods genade.

Amen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten